Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor gangbaar in het Nederlands
gangbaar:
-
gangbaar
gebruikelijk; courant; gangbaar; gewoon-
gebruikelijk bijvoeglijk naamwoord
-
courant bijvoeglijk naamwoord
-
gangbaar bijvoeglijk naamwoord
-
gewoon bijvoeglijk naamwoord
-
-
gangbaar
gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen; normaal-
gebruikelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gangbaar bijvoeglijk naamwoord
-
gewoon bijvoeglijk naamwoord
-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
normaal bijvoeglijk naamwoord
-
-
gangbaar
– wat veel voorkomt of gebruikt wordt 1 -
gangbaar
– waar veel naar gevraagd wordt 1