Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor garages in het Nederlands

garages:

garages [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de garages
    de garages; de autogarages; wagenschuren; autostallingen

Verwante woorden van "garages":


garage:

garage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de garage
    de autogarage; de garage; autostalling; wagenschuur
  2. de garage
    – plaats waar auto's gerepareerd worden 1
    de garage
    – plaats waar auto's gerepareerd worden 1
    • garage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • mijn auto moet naar de garage1
  3. de garage
    – stalling voor auto 1
    de garage
    – stalling voor auto 1
    • garage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de auto staat in de garage1

Verwante woorden van "garage":


Verwante definities voor "garage":

  1. plaats waar auto's gerepareerd worden1
    • mijn auto moet naar de garage1
  2. stalling voor auto1
    • de auto staat in de garage1