Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. gasthuis:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gasthuis in het Nederlands

gasthuis:

gasthuis [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gasthuis
    het gasthuis; het logement; de herberg
    • gasthuis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • logement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • herberg [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. het gasthuis
    het ziekenhuis
    – gebouw waar zieken worden onderzocht, behandeld en verpleegd 1
    • ziekenhuis [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij ligt al een week in het ziekenhuis1
    het hospitaal; het gasthuis

Verwante woorden van "gasthuis":

  • gasthuizen