Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gebulder in het Nederlands

gebulder:

gebulder [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gebulder
    het gebrul; het geschreeuw; het gebulder; het gekrijs
    • gebrul [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gebulder [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gekrijs [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het gebulder
    het gebrul; loeien van de wind; het geraas; het gebulder; het geloei