Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. gehoor:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gehoor in het Nederlands

gehoor:

gehoor [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gehoor
    het publiek; het gehoor
    • publiek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gehoor [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het gehoor
    gevolg geven aan; het gevolg; het gehoor
  3. het gehoor
    – mensen die ergens naar luisteren 1
    het gehoor
    – mensen die ergens naar luisteren 1
    • gehoor [het ~] zelfstandig naamwoord
      • onder zijn gehoor was de koningin1
  4. het gehoor
    – mogelijkheid om geluiden waar te nemen 1
    het gehoor
    – mogelijkheid om geluiden waar te nemen 1
    • gehoor [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het gehoor van opa gaat achteruit1

Verwante definities voor "gehoor":

  1. mensen die ergens naar luisteren1
    • onder zijn gehoor was de koningin1
  2. mogelijkheid om geluiden waar te nemen1
    • het gehoor van opa gaat achteruit1

Verwante synoniemen voor gehoor