Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gekerfd in het Nederlands

gekerfd:

gekerfd bijvoeglijk naamwoord

  1. gekerfd
    gekerfd; gegroefd

kerven:

kerven werkwoord (kerf, kerft, kerfde, kerfden, gekerfd)

  1. kerven
    kerven; in hout schrijven
  2. kerven
    kerven; een inkeping maken; kepen; inkerven; inkepen
    • kerven werkwoord (kerf, kerft, kerfde, kerfden, gekerfd)
    • een inkeping maken werkwoord
    • kepen werkwoord (keep, keept, keepte, keepten, gekeept)
    • inkerven werkwoord (kerf in, kerft in, kerfde in, kerfden in, ingekerfd)
    • inkepen werkwoord (keep in, keept in, keepte in, keepten in, ingekeept)
  3. kerven
    kerven; snijwerk maken
    • kerven werkwoord (kerf, kerft, kerfde, kerfden, gekerfd)
    • snijwerk maken werkwoord (maak snijwerk, maakt snijwerk, maakte snijwerk, maakten snijwerk, snijwerk gemaakt)

Conjugations for kerven:

o.t.t.
  1. kerf
  2. kerft
  3. kerft
  4. kerven
  5. kerven
  6. kerven
o.v.t.
  1. kerfde
  2. kerfde
  3. kerfde
  4. kerfden
  5. kerfden
  6. kerfden
v.t.t.
  1. heb gekerfd
  2. hebt gekerfd
  3. heeft gekerfd
  4. hebben gekerfd
  5. hebben gekerfd
  6. hebben gekerfd
v.v.t.
  1. had gekerfd
  2. had gekerfd
  3. had gekerfd
  4. hadden gekerfd
  5. hadden gekerfd
  6. hadden gekerfd
o.t.t.t.
  1. zal kerven
  2. zult kerven
  3. zal kerven
  4. zullen kerven
  5. zullen kerven
  6. zullen kerven
o.v.t.t.
  1. zou kerven
  2. zou kerven
  3. zou kerven
  4. zouden kerven
  5. zouden kerven
  6. zouden kerven
en verder
  1. is gekerfd
diversen
  1. kerf!
  2. kerft!
  3. gekerfd
  4. kervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kerven [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kerven
    het kerven
    • kerven [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "kerven":