Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. gelul:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gelul in het Nederlands

gelul:

gelul [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gelul
    het gelul; het gezwam; het gewauwel; het gezwets; het gebazel; het geleuter; de leuterpraat; het geklets
    • gelul [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezwam [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gewauwel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezwets [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gebazel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geleuter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • leuterpraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geklets [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "gelul":

  • gelulen