Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor gezamenlijkheid in het Nederlands
gezamenlijkheid:
-
de gezamenlijkheid
het geheel; de volledigheid; de totaliteit; alles; de gezamenlijkheid; de volkomenheid; voltalligheid; het totaal; de eenheid
Verwante woorden van "gezamenlijkheid":
gezamenlijk:
-
gezamenlijk
gezamenlijk; samen; tezamen; met z'n beiden-
gezamenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
samen bijwoord
-
tezamen bijwoord
-
met z'n beiden bijvoeglijk naamwoord
-
-
gezamenlijk
gezamenlijk; tezamen; gemeenschappelijk; met zijn allen-
gezamenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
tezamen bijwoord
-
gemeenschappelijk bijvoeglijk naamwoord
-
met zijn allen bijvoeglijk naamwoord
-