Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor haastig in het Nederlands
haastig:
-
haastig
-
haastig
vluchtig; kortstondig; terloops; haastig-
vluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
kortstondig bijvoeglijk naamwoord
-
terloops bijvoeglijk naamwoord
-
haastig bijvoeglijk naamwoord
-
-
haastig
gehaast; gestressed; haastig; gejaagd; jachtig-
gehaast bijvoeglijk naamwoord
-
gestressed bijvoeglijk naamwoord
-
haastig bijvoeglijk naamwoord
-
gejaagd bijvoeglijk naamwoord
-
jachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
haastig
– het snel iets willen doen 1