Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor heftig op en neer gaan in het Nederlands
heftig op en neer gaan:
heftig op en neer gaan werkwoord (ga heftig op en neer, gaat heftig op en neer, ging heftig op en neer, gingen heftig op en neer, heftig op en neer gegaan)
-
heftig op en neer gaan
heftig op en neer gaan-
heftig op en neer gaan werkwoord (ga heftig op en neer, gaat heftig op en neer, ging heftig op en neer, gingen heftig op en neer, heftig op en neer gegaan)
-
Conjugations for heftig op en neer gaan:
o.t.t.
- ga heftig op en neer
- gaat heftig op en neer
- gaat heftig op en neer
- gaan heftig op en neer
- gaan heftig op en neer
- gaan heftig op en neer
o.v.t.
- ging heftig op en neer
- ging heftig op en neer
- ging heftig op en neer
- gingen heftig op en neer
- gingen heftig op en neer
- gingen heftig op en neer
v.t.t.
- ben heftig op en neer gegaan
- bent heftig op en neer gegaan
- is heftig op en neer gegaan
- zijn heftig op en neer gegaan
- zijn heftig op en neer gegaan
- zijn heftig op en neer gegaan
v.v.t.
- was heftig op en neer gegaan
- was heftig op en neer gegaan
- was heftig op en neer gegaan
- waren heftig op en neer gegaan
- waren heftig op en neer gegaan
- waren heftig op en neer gegaan
o.t.t.t.
- zal heftig op en neer gaan
- zult heftig op en neer gaan
- zal heftig op en neer gaan
- zullen heftig op en neer gaan
- zullen heftig op en neer gaan
- zullen heftig op en neer gaan
o.v.t.t.
- zou heftig op en neer gaan
- zou heftig op en neer gaan
- zou heftig op en neer gaan
- zouden heftig op en neer gaan
- zouden heftig op en neer gaan
- zouden heftig op en neer gaan
diversen
- ga heftig op en neer!
- gaat heftig op en neer!
- heftig op en neer gegaan
- heftig op en neer gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze