Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. horloge:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor horloge in het Nederlands

horloge:

horloge [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het horloge
    het horloge
    • horloge [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het horloge
    – klokje om je pols 1
    het horloge
    – klokje om je pols 1
    • horloge [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het bandje van mijn horloge is stuk1

Verwante woorden van "horloge":

  • horloges

Verwante definities voor "horloge":

  1. klokje om je pols1
    • het bandje van mijn horloge is stuk1