Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. inkopen doen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor inkopen doen in het Nederlands

inkopen doen:

inkopen doen werkwoord (doe inkopen, doet inkopen, deed inkopen, deden inkopen, inkopen gedaan)

  1. inkopen doen
    boodschappen doen; winkelen; inkopen; inslaan; inkopen doen
    • boodschappen doen werkwoord (doe boodschappen, doet boodschappen, deed boodschappen, deden boodschappen, boodschappen gedaan)
    • winkelen werkwoord (winkel, winkelt, winkelde, winkelden, gewinkeld)
    • inkopen werkwoord (koop in, koopt in, kocht in, kochten in, ingekocht)
    • inslaan werkwoord (sla in, slaat in, sloeg in, sloegen in, ingeslagen)
    • inkopen doen werkwoord (doe inkopen, doet inkopen, deed inkopen, deden inkopen, inkopen gedaan)

Conjugations for inkopen doen:

o.t.t.
  1. doe inkopen
  2. doet inkopen
  3. doet inkopen
  4. doen inkopen
  5. doen inkopen
  6. doen inkopen
o.v.t.
  1. deed inkopen
  2. deed inkopen
  3. deed inkopen
  4. deden inkopen
  5. deden inkopen
  6. deden inkopen
v.t.t.
  1. heb inkopen gedaan
  2. hebt inkopen gedaan
  3. heeft inkopen gedaan
  4. hebben inkopen gedaan
  5. hebben inkopen gedaan
  6. hebben inkopen gedaan
v.v.t.
  1. had inkopen gedaan
  2. had inkopen gedaan
  3. had inkopen gedaan
  4. hadden inkopen gedaan
  5. hadden inkopen gedaan
  6. hadden inkopen gedaan
o.t.t.t.
  1. zal inkopen doen
  2. zult inkopen doen
  3. zal inkopen doen
  4. zullen inkopen doen
  5. zullen inkopen doen
  6. zullen inkopen doen
o.v.t.t.
  1. zou inkopen doen
  2. zou inkopen doen
  3. zou inkopen doen
  4. zouden inkopen doen
  5. zouden inkopen doen
  6. zouden inkopen doen
diversen
  1. doe inkopen!
  2. doet inkopen!
  3. inkopen gedaan
  4. inkopen doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor inkopen doen