Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. inzouten:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor inzouten in het Nederlands

inzouten:

inzouten werkwoord (zout in, zoutte in, zoutten in, ingezouten)

  1. inzouten
    opzouten; inmaken; inpekelen; inzouten
    • opzouten werkwoord (zout op, zoutte op, zoutten op, opgezouten)
    • inmaken werkwoord (maak in, maakt in, maakte in, maakten in, ingemaakt)
    • inpekelen werkwoord (pekel in, pekelt in, pekelde in, pekelden in, ingepekeld)
    • inzouten werkwoord (zout in, zoutte in, zoutten in, ingezouten)

Conjugations for inzouten:

o.t.t.
  1. zout in
  2. zout in
  3. zout in
  4. zouten in
  5. zouten in
  6. zouten in
o.v.t.
  1. zoutte in
  2. zoutte in
  3. zoutte in
  4. zoutten in
  5. zoutten in
  6. zoutten in
v.t.t.
  1. heb ingezouten
  2. hebt ingezouten
  3. heeft ingezouten
  4. hebben ingezouten
  5. hebben ingezouten
  6. hebben ingezouten
v.v.t.
  1. had ingezouten
  2. had ingezouten
  3. had ingezouten
  4. hadden ingezouten
  5. hadden ingezouten
  6. hadden ingezouten
o.t.t.t.
  1. zal inzouten
  2. zult inzouten
  3. zal inzouten
  4. zullen inzouten
  5. zullen inzouten
  6. zullen inzouten
o.v.t.t.
  1. zou inzouten
  2. zou inzouten
  3. zou inzouten
  4. zouden inzouten
  5. zouden inzouten
  6. zouden inzouten
en verder
  1. is ingezouten
diversen
  1. zout in!
  2. zoutt in!
  3. ingezouten
  4. inzoutend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze