Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. kassabonnen:
  2. kassabon:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kassabonnen in het Nederlands

kassabonnen:

kassabonnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kassabonnen
    de bonnen; de kassabonnen
    • bonnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kassabonnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "kassabonnen":


kassabon:

kassabon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kassabon
    de kassabon
    • kassabon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "kassabon":