Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor kleinigheden in het Nederlands

kleinigheden:

kleinigheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kleinigheden
    de kleinigheden; de akkefietjes; de bagatellen
  2. de kleinigheden
    de kleinigheden; kleine dingen
  3. de kleinigheden
    de futiliteiten; de kleinigheden; dingetjes; kleinigheidjes

Verwante woorden van "kleinigheden":


kleinigheden vorm van kleinigheid:

kleinigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kleinigheid
    de kleinigheid; de bagatel; het akkefietje
  2. de kleinigheid
    de futiliteit; de kleinigheid; onbelangrijk iets; de bagatel; het dingetje; de peulenschil; het niemendalletje; het wissewasje
  3. de kleinigheid
    de snuisterij; de kleinigheid
  4. de kleinigheid
    de bagatel; de peulenschil; de kleinigheid; het wissewasje
  5. de kleinigheid
    de kleinigheid; het klein cadeautje
  6. de kleinigheid
    het beetje; de kleinigheid

Verwante woorden van "kleinigheid":