Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. klungel:
  2. klungelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor klungel in het Nederlands

klungel:

klungel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de klungel
    de kruk; de klungelaar; de klungel; de stumper; de stoethaspel
    • kruk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klungelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klungel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stumper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stoethaspel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de klungel
    – iemand die erg onhandig is 1
    de klungel
    – iemand die erg onhandig is 1
    • klungel [de ~] zelfstandig naamwoord
      • die klungel heeft overal koffie gemorst1

Verwante woorden van "klungel":


Alternatieve synoniemen voor "klungel":


Verwante definities voor "klungel":

  1. iemand die erg onhandig is1
    • die klungel heeft overal koffie gemorst1

klungel vorm van klungelen:

klungelen werkwoord (klungel, klungelt, klungelde, klungelden, geklungeld)

  1. klungelen
    knoeien; klunzen; klungelen; prutsen; stuntelen
    • knoeien werkwoord (knoei, knoeit, knoeide, knoeiden, geknoeid)
    • klunzen werkwoord (kluns, klunst, klunsde, klunsden, geklunsd)
    • klungelen werkwoord (klungel, klungelt, klungelde, klungelden, geklungeld)
    • prutsen werkwoord (pruts, prutst, prutste, prutsten, geprutst)
    • stuntelen werkwoord (stuntel, stuntelt, stuntelde, stuntelden, gestunteld)

Conjugations for klungelen:

o.t.t.
  1. klungel
  2. klungelt
  3. klungelt
  4. klungelen
  5. klungelen
  6. klungelen
o.v.t.
  1. klungelde
  2. klungelde
  3. klungelde
  4. klungelden
  5. klungelden
  6. klungelden
v.t.t.
  1. heb geklungeld
  2. hebt geklungeld
  3. heeft geklungeld
  4. hebben geklungeld
  5. hebben geklungeld
  6. hebben geklungeld
v.v.t.
  1. had geklungeld
  2. had geklungeld
  3. had geklungeld
  4. hadden geklungeld
  5. hadden geklungeld
  6. hadden geklungeld
o.t.t.t.
  1. zal klungelen
  2. zult klungelen
  3. zal klungelen
  4. zullen klungelen
  5. zullen klungelen
  6. zullen klungelen
o.v.t.t.
  1. zou klungelen
  2. zou klungelen
  3. zou klungelen
  4. zouden klungelen
  5. zouden klungelen
  6. zouden klungelen
diversen
  1. klungel!
  2. klungelt!
  3. geklungeld
  4. klungelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "klungelen":