Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. linguïst:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor linguïst in het Nederlands

linguïst:

linguïst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de linguïst
    de linguïst; de taalkenner
  2. de linguïst
    de linguïst; de taalkundige; de taalgeleerde

Verwante woorden van "linguïst":

  • linguïsten