Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. looien:
  2. looi:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor looien in het Nederlands

looien:

looien werkwoord (looi, looit, looide, looiden, gelooid)

  1. looien
    tanen; looien; leerlooien
    • tanen werkwoord (taan, taant, taande, taanden, getaand)
    • looien werkwoord (looi, looit, looide, looiden, gelooid)
    • leerlooien werkwoord (looi leer, looit leer, looide leer, looiden leer, leer gelooid)

Conjugations for looien:

o.t.t.
  1. looi
  2. looit
  3. looit
  4. looien
  5. looien
  6. looien
o.v.t.
  1. looide
  2. looide
  3. looide
  4. looiden
  5. looiden
  6. looiden
v.t.t.
  1. heb gelooid
  2. hebt gelooid
  3. heeft gelooid
  4. hebben gelooid
  5. hebben gelooid
  6. hebben gelooid
v.v.t.
  1. had gelooid
  2. had gelooid
  3. had gelooid
  4. hadden gelooid
  5. hadden gelooid
  6. hadden gelooid
o.t.t.t.
  1. zal looien
  2. zult looien
  3. zal looien
  4. zullen looien
  5. zullen looien
  6. zullen looien
o.v.t.t.
  1. zou looien
  2. zou looien
  3. zou looien
  4. zouden looien
  5. zouden looien
  6. zouden looien
en verder
  1. ben gelooid
  2. bent gelooid
  3. is gelooid
  4. zijn gelooid
  5. zijn gelooid
  6. zijn gelooid
diversen
  1. looi!
  2. looit!
  3. gelooid
  4. looiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "looien":


looien vorm van looi:

looi [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de looi
    de looi
    • looi [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "looi":