Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal magiër

Synoniemen voor "magiër" in het Nederlands

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

magiër:
- goochelaarster; magiër; goochelaar; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor magiër in het Nederlands

magiër:

magiër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de magiër
goochelaarster; de magiër; de goochelaar; iemand die goochelt; de illusionist; de kunstenmaker
- goochelaarster [znw.] zelfstandig naamwoord
- magiër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- goochelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- iemand die goochelt [znw.] zelfstandig naamwoord
- illusionist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kunstenmaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "magiër":

magiërs

Verwante synoniemen voor magiër

zwarte magiër