Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. magneet:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor magneet in het Nederlands

magneet:

magneet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de magneet
    de magneet
    • magneet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de magneet
    – stuk ijzer dat alles aantrekt dat van ijzer is 1
    de magneet
    – stuk ijzer dat alles aantrekt dat van ijzer is 1
    • magneet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • met een magneet haalde ik de spijkers uit het afval1

Verwante woorden van "magneet":

  • magneten

Verwante definities voor "magneet":

  1. stuk ijzer dat alles aantrekt dat van ijzer is1
    • met een magneet haalde ik de spijkers uit het afval1