Synoniemen voor "manipuleren" in het Nederlands
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor manipuleren in het Nederlands
manipuleren:
-
manipuleren
werken;
opereren;
manipuleren;
te werk gaan;
procederen;
optreden;
handelen;
leven
-
werken
werkwoord
(werk, werkt, werkte, werkten, gewerkt)
-
opereren
werkwoord
(opereer, opereert, opereerde, opereerden, geopereerd)
-
-
te werk gaan
werkwoord
(ga te werk, gaat te werk, ging te werk, gingen te werk, te werk gegaan)
-
procederen
werkwoord
(procedeer, procedeert, procedeerde, procedeerden, geprocedeerd)
-
optreden
werkwoord
(treed op, treedt op, trad op, traden op, opgetreden)
-
handelen
werkwoord
(handel, handelt, handelde, handelden, gehandeld)
-
leven
werkwoord
(leef, leeft, leefde, leefden, geleefd)
-
manipuleren