Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. materialen:
  2. materiaal:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor materialen in het Nederlands

materialen:

materialen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de materialen
    de benodigdheden; de materialen

Verwante woorden van "materialen":


materiaal:

materiaal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het materiaal
    het materiaal; het spul; het goedje
    • materiaal [het ~] zelfstandig naamwoord
    • spul [het ~] zelfstandig naamwoord
    • goedje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het materiaal
    benodigdheid; het materiaal
  3. het materiaal
    de grondstof; het materiaal; de bouwstof
  4. het materiaal
    – dat waarmee je iets kunt maken 1
    het materiaal
    – dat waarmee je iets kunt maken 1
    • materiaal [het ~] zelfstandig naamwoord
      • welke materialen gebruik je voor het bouwen van een huis?1

Verwante woorden van "materiaal":


Verwante definities voor "materiaal":

  1. dat waarmee je iets kunt maken1
    • welke materialen gebruik je voor het bouwen van een huis?1