Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor medicijnen in het Nederlands

medicijnen:

medicijnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de medicijnen
    de geneeskunde; de medicijnen; de heelkunde; de geneeskunst

Verwante woorden van "medicijnen":


medicijn:

medicijn [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de medicijn
    de geneesmiddel; het medicament; de medicijn
  2. de medicijn
    de geneesmiddel; de remedie; de medicijn; het medicament; artsenijmiddel; het middel

medicijn [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de medicijn
    – middel dat bedoeld is om je beter te maken 1
    de medicijn; het geneesmiddel
    – middel dat bedoeld is om je beter te maken 1
    • medicijn [de ~] zelfstandig naamwoord
      • welk medicijn heeft de dokter voorgeschreven?1
    • geneesmiddel [het ~] zelfstandig naamwoord
      • geneesmiddelen koop je in de apotheek1

Verwante woorden van "medicijn":


Alternatieve synoniemen voor "medicijn":


Verwante definities voor "medicijn":

  1. middel dat bedoeld is om je beter te maken1
    • welk medicijn heeft de dokter voorgeschreven?1