Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor methode in het Nederlands

methode:

methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de methode
    de methode; de manier; de handelwijze; de wijze; de procedure; de wijs; de trant
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • manier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • handelwijze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijze [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • procedure [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijs [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de methode
    de methode; de werkwijze; de aanpak; arbeidsmethodiek; de werkmethode
  3. de methode
    de methode; de aanpak; het procédé
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanpak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • procédé [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. de methode
    de methode
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. de methode
    – hoe het gebeurt of hoe je het moet doen 1
    de manier; de wijze; de methode
    – hoe het gebeurt of hoe je het moet doen 1
    • manier [de ~] zelfstandig naamwoord
      • wat is de beste manier om een appel te schillen?1
    • wijze [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • op welke wijze los ik dat op?1
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • dit is een methode om te leren lezen1

Verwante woorden van "methode":

  • methoden, methodes

Alternatieve synoniemen voor "methode":


Verwante definities voor "methode":

  1. hoe het gebeurt of hoe je het moet doen1
    • dit is een methode om te leren lezen1

Verwante synoniemen voor methode