Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. meubel:
  2. meubelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor meubel in het Nederlands

meubel:

meubel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het meubel
    het meubel; het meubelstuk
  2. het meubel
    – voorwerp voor in de huiskamer 1
    het meubel
    – voorwerp voor in de huiskamer 1
    • meubel [het ~] zelfstandig naamwoord
      • stoelen en tafels zijn meubelen1

Verwante woorden van "meubel":


Verwante definities voor "meubel":

  1. voorwerp voor in de huiskamer1
    • stoelen en tafels zijn meubelen1

meubel vorm van meubelen:

meubelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de meubelen
    de meubels; het meubilair; de meubelen; de meubilering; het ameublement

Verwante woorden van "meubelen":