Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. middag:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor middag in het Nederlands

middag:

middag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de middag
    de middag; de namiddag
    • middag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • namiddag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de middag
    de middag
    • middag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de middag
    – tijd tussen de ochtend en de avond 1
    de middag
    – tijd tussen de ochtend en de avond 1
    • middag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • die middag gingen we wandelen1

Verwante woorden van "middag":

  • middagen, middags

Verwante definities voor "middag":

  1. tijd tussen de ochtend en de avond1
    • die middag gingen we wandelen1