Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor neerbuigend in het Nederlands
neerbuigend:
-
neerbuigend
arrogant; hooghartig; verwaand; zelfingenomen; zelfgenoegzaam; uit de hoogte; neerbuigend; hautain; hovaardig; aanmatigend; hoogmoedig-
arrogant bijvoeglijk naamwoord
-
hooghartig bijvoeglijk naamwoord
-
verwaand bijvoeglijk naamwoord
-
zelfingenomen bijvoeglijk naamwoord
-
zelfgenoegzaam bijvoeglijk naamwoord
-
uit de hoogte bijvoeglijk naamwoord
-
neerbuigend bijvoeglijk naamwoord
-
hautain bijvoeglijk naamwoord
-
hovaardig bijvoeglijk naamwoord
-
aanmatigend bijvoeglijk naamwoord
-
hoogmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
-
neerbuigend
minachtend; trots; kleinerend; uit de hoogte; hooghartig; neerbuigend; laatdunkend; geringschattend-
minachtend bijvoeglijk naamwoord
-
trots bijvoeglijk naamwoord
-
kleinerend bijvoeglijk naamwoord
-
uit de hoogte bijvoeglijk naamwoord
-
hooghartig bijvoeglijk naamwoord
-
neerbuigend bijvoeglijk naamwoord
-
laatdunkend bijvoeglijk naamwoord
-
geringschattend bijvoeglijk naamwoord
-
-
neerbuigend
trots; arrogant; uit de hoogte; hoogmoedig; hovaardig; verwaand; neerbuigend-
trots bijvoeglijk naamwoord
-
arrogant bijvoeglijk naamwoord
-
uit de hoogte bijvoeglijk naamwoord
-
hoogmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
hovaardig bijvoeglijk naamwoord
-
verwaand bijvoeglijk naamwoord
-
neerbuigend bijvoeglijk naamwoord
-
Verwante woorden van "neerbuigend":
neerbuigen:
-
neerbuigen
Conjugations for neerbuigen:
o.t.t.
- buig neer
- buigt neer
- buigt neer
- buigen neer
- buigen neer
- buigen neer
o.v.t.
- boog neer
- boog neer
- boog neer
- bogen neer
- bogen neer
- bogen neer
v.t.t.
- ben neergebogen
- bent neergebogen
- is neergebogen
- zijn neergebogen
- zijn neergebogen
- zijn neergebogen
v.v.t.
- was neergebogen
- was neergebogen
- was neergebogen
- waren neergebogen
- waren neergebogen
- waren neergebogen
o.t.t.t.
- zal neerbuigen
- zult neerbuigen
- zal neerbuigen
- zullen neerbuigen
- zullen neerbuigen
- zullen neerbuigen
o.v.t.t.
- zou neerbuigen
- zou neerbuigen
- zou neerbuigen
- zouden neerbuigen
- zouden neerbuigen
- zouden neerbuigen
diversen
- buig neer!
- buigt neer!
- neergebogen
- neerbuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze