Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. november:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor november in het Nederlands

november:

november [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de november
    de november
    • november [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de november
    – de elfde maand van het jaar 1
    de november
    – de elfde maand van het jaar 1
    • november [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • vorig jaar begon het in november al te vriezen1

Verwante definities voor "november":

  1. de elfde maand van het jaar1
    • vorig jaar begon het in november al te vriezen1