Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. omschakelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor omschakelen in het Nederlands

omschakelen:

omschakelen werkwoord (schakel om, schakelt om, schakelde om, schakelden om, omgeschakeld)

  1. omschakelen
    omschakelen; overschakelen
    • omschakelen werkwoord (schakel om, schakelt om, schakelde om, schakelden om, omgeschakeld)
    • overschakelen werkwoord (schakel over, schakelt over, schakelde over, schakelden over, overgeschakeld)

Conjugations for omschakelen:

o.t.t.
  1. schakel om
  2. schakelt om
  3. schakelt om
  4. schakelen om
  5. schakelen om
  6. schakelen om
o.v.t.
  1. schakelde om
  2. schakelde om
  3. schakelde om
  4. schakelden om
  5. schakelden om
  6. schakelden om
v.t.t.
  1. ben omgeschakeld
  2. bent omgeschakeld
  3. is omgeschakeld
  4. zijn omgeschakeld
  5. zijn omgeschakeld
  6. zijn omgeschakeld
v.v.t.
  1. was omgeschakeld
  2. was omgeschakeld
  3. was omgeschakeld
  4. waren omgeschakeld
  5. waren omgeschakeld
  6. waren omgeschakeld
o.t.t.t.
  1. zal omschakelen
  2. zult omschakelen
  3. zal omschakelen
  4. zullen omschakelen
  5. zullen omschakelen
  6. zullen omschakelen
o.v.t.t.
  1. zou omschakelen
  2. zou omschakelen
  3. zou omschakelen
  4. zouden omschakelen
  5. zouden omschakelen
  6. zouden omschakelen
en verder
  1. heb omgeschakeld
  2. hebt omgeschakeld
  3. heeft omgeschakeld
  4. hebben omgeschakeld
  5. hebben omgeschakeld
  6. hebben omgeschakeld
diversen
  1. schakel om!
  2. schakelt om!
  3. omgeschakeld
  4. omschakelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor omschakelen