Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor onmiddellijk in het Nederlands
onmiddellijk:
-
onmiddellijk
-
onmiddellijk
– zonder te wachten 1gelijk; meteen; onmiddellijk; direct; dadelijk– zonder te wachten 1-
gelijk bijvoeglijk naamwoord
-
meteen bijwoord
-
onmiddellijk bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
dadelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
onmiddellijk
– waar niets tussen zit 1onmiddellijk; vlak; direct– waar niets tussen zit 1-
onmiddellijk bijvoeglijk naamwoord
-
vlak bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-