Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. overnachten:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overnachten in het Nederlands

overnachten:

overnachten werkwoord (overnacht, overnachtte, overnachtten, overnacht)

  1. overnachten
    logeren; overnachten
    • logeren werkwoord (logeer, logeert, logeerde, logeerden, gelogeerd)
    • overnachten werkwoord (overnacht, overnachtte, overnachtten, overnacht)
  2. overnachten
    – er blijven slapen 1
    logeren; overnachten
    – er blijven slapen 1
    • logeren werkwoord (logeer, logeert, logeerde, logeerden, gelogeerd)
      • onze vrienden komen dit weekend logeren1
    • overnachten werkwoord (overnacht, overnachtte, overnachtten, overnacht)
      • wij overnachten in een hotel1

Conjugations for overnachten:

o.t.t.
  1. overnacht
  2. overnacht
  3. overnacht
  4. overnachten
  5. overnachten
  6. overnachten
o.v.t.
  1. overnachtte
  2. overnachtte
  3. overnachtte
  4. overnachtten
  5. overnachtten
  6. overnachtten
v.t.t.
  1. heb overnacht
  2. hebt overnacht
  3. heeft overnacht
  4. hebben overnacht
  5. hebben overnacht
  6. hebben overnacht
v.v.t.
  1. had overnacht
  2. had overnacht
  3. had overnacht
  4. hadden overnacht
  5. hadden overnacht
  6. hadden overnacht
o.t.t.t.
  1. zal overnachten
  2. zult overnachten
  3. zal overnachten
  4. zullen overnachten
  5. zullen overnachten
  6. zullen overnachten
o.v.t.t.
  1. zou overnachten
  2. zou overnachten
  3. zou overnachten
  4. zouden overnachten
  5. zouden overnachten
  6. zouden overnachten
diversen
  1. overnacht!
  2. overnacht!
  3. overnacht
  4. overnachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternatieve synoniemen voor "overnachten":


Verwante definities voor "overnachten":

  1. er blijven slapen1
    • wij overnachten in een hotel1