Synoniemen voor "overweg" in het Nederlands
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor overweg in het Nederlands
overweg:
-
de overweg
-
de overweg
– ermee om kunnen gaan
1
de overweg
– ermee om kunnen gaan
1
-
overweg
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
Verwante woorden van "overweg":
Verwante definities voor "overweg":
Verwante synoniemen voor overweg