Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. pekelen:
  2. pekel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor pekelen in het Nederlands

pekelen:

pekelen werkwoord (pekel, pekelt, pekelde, pekelden, gepekeld)

  1. pekelen
    pekelen
    • pekelen werkwoord (pekel, pekelt, pekelde, pekelden, gepekeld)

Conjugations for pekelen:

o.t.t.
  1. pekel
  2. pekelt
  3. pekelt
  4. pekelen
  5. pekelen
  6. pekelen
o.v.t.
  1. pekelde
  2. pekelde
  3. pekelde
  4. pekelden
  5. pekelden
  6. pekelden
v.t.t.
  1. heb gepekeld
  2. hebt gepekeld
  3. heeft gepekeld
  4. hebben gepekeld
  5. hebben gepekeld
  6. hebben gepekeld
v.v.t.
  1. had gepekeld
  2. had gepekeld
  3. had gepekeld
  4. hadden gepekeld
  5. hadden gepekeld
  6. hadden gepekeld
o.t.t.t.
  1. zal pekelen
  2. zult pekelen
  3. zal pekelen
  4. zullen pekelen
  5. zullen pekelen
  6. zullen pekelen
o.v.t.t.
  1. zou pekelen
  2. zou pekelen
  3. zou pekelen
  4. zouden pekelen
  5. zouden pekelen
  6. zouden pekelen
en verder
  1. is gepekeld
  2. zijn gepekeld
diversen
  1. pekel!
  2. pekelt!
  3. gepekeld
  4. pekelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "pekelen":


pekelen vorm van pekel:

pekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pekel
    de pekel
    • pekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "pekel":