Overzicht
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor pijn doen in het Nederlands
pijn doen:
-
pijn doen
-
pijn doen
-
pijn doen
Conjugations for pijn doen:
o.t.t.
- doe pijn
- doet pijn
- doet pijn
- doen pijn
- doen pijn
- doen pijn
o.v.t.
- deed pijn
- deed pijn
- deed pijn
- deden pijn
- deden pijn
- deden pijn
v.t.t.
- heb pijn gedaan
- hebt pijn gedaan
- heeft pijn gedaan
- hebben pijn gedaan
- hebben pijn gedaan
- hebben pijn gedaan
v.v.t.
- had pijn gedaan
- had pijn gedaan
- had pijn gedaan
- hadden pijn gedaan
- hadden pijn gedaan
- hadden pijn gedaan
o.t.t.t.
- zal pijn doen
- zult pijn doen
- zal pijn doen
- zullen pijn doen
- zullen pijn doen
- zullen pijn doen
o.v.t.t.
- zou pijn doen
- zou pijn doen
- zou pijn doen
- zouden pijn doen
- zouden pijn doen
- zouden pijn doen
diversen
- doe pijn!
- doet pijn!
- pijn gedaan
- pijn doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze