Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor retour in het Nederlands
retour:
-
de retour
-
retour
achterwaarts; achteruit; terug; retour-
achterwaarts bijvoeglijk naamwoord
-
achteruit bijwoord
-
terug bijwoord
-
retour bijwoord
-
-
retour
– terug naar de afzender 1
-
het retour
– treinkaartje waarmee je heen en terug kunt reizen 1het retourbiljet -
het retour
– treinkaartje waarmee je heen en terug kunt reizen 1