Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. roos:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor roos in het Nederlands

roos:

roos [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de roos
    de roos; de rozenstruik
    • roos [de ~] zelfstandig naamwoord
    • rozenstruik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de roos
    – bloem met steel waar doornen aan zitten 1
    de roos
    – bloem met steel waar doornen aan zitten 1
    • roos [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ik kreeg een bos rode rozen1
  3. de roos
    – rond middelpunt van schietschijf 1
    de roos
    – rond middelpunt van schietschijf 1
    • roos [de ~] zelfstandig naamwoord
      • het was een schot in de roos1
  4. de roos
    – schilfers op je hoofdhuid 1
    de roos
    – schilfers op je hoofdhuid 1
    • roos [de ~] zelfstandig naamwoord
      • dit is shampoo tegen roos1

Verwante definities voor "roos":

  1. bloem met steel waar doornen aan zitten1
    • ik kreeg een bos rode rozen1
  2. rond middelpunt van schietschijf1
    • het was een schot in de roos1
  3. schilfers op je hoofdhuid1
    • dit is shampoo tegen roos1

Verwante synoniemen voor roos