Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor ruw in het Nederlands
ruw:
-
ruw
hard; ruw; hardhandig; onzacht-
hard bijvoeglijk naamwoord
-
ruw bijvoeglijk naamwoord
-
hardhandig bijvoeglijk naamwoord
-
onzacht bijvoeglijk naamwoord
-
-
ruw
-
ruw
-
ruw
-
ruw
grof; grofgebouwd; lomp; ruw-
grof bijvoeglijk naamwoord
-
grofgebouwd bijvoeglijk naamwoord
-
lomp bijvoeglijk naamwoord
-
ruw bijvoeglijk naamwoord
-
-
ruw
– in grote lijnen 1 -
ruw
– met een grof oppervlak 1 -
ruw
– onbewerkt 1 -
ruw
– wild en onstuimig 1