Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. schachten:
  2. schacht:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor schachten in het Nederlands

schachten:

schachten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schachten
    de schachten; de stelen; de pijlen
    • schachten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • stelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • pijlen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. de schachten
    de mijnschachten; mijngroeven; de schachten; mijnputten

Verwante woorden van "schachten":


schacht:

schacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schacht
    de schacht
    • schacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "schacht":