Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. schelheid:
  2. schel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor schelheid in het Nederlands

schelheid:

schelheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. schelheid
    schelheid

Verwante woorden van "schelheid":


schel:

schel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schel
    de bel; de schel
    • bel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schel [de ~] zelfstandig naamwoord

schel bijvoeglijk naamwoord

  1. schel
    scherp; schel; schril; hoog; hard; snerpend
    • scherp bijvoeglijk naamwoord
    • schel bijvoeglijk naamwoord
    • schril bijvoeglijk naamwoord
    • hoog bijvoeglijk naamwoord
    • hard bijvoeglijk naamwoord
    • snerpend bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "schel":