Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. sinaasappel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor sinaasappel in het Nederlands

sinaasappel:

sinaasappel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sinaasappel
    de sinaasappel
  2. de sinaasappel
    – sappige vrucht in oranje schil 1
    de sinaasappel
    – sappige vrucht in oranje schil 1
    • sinaasappel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • in sinaasappels zitten veel vitaminen1

Verwante woorden van "sinaasappel":

  • sinaasappelen, sinaasappels, sinaasappeltje, sinaasappeltjes

Verwante definities voor "sinaasappel":

  1. sappige vrucht in oranje schil1
    • in sinaasappels zitten veel vitaminen1