Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor sloomheid in het Nederlands

sloomheid:

sloomheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de sloomheid
    de inertie; de traagheid; de indolentie; de sloomheid; de logheid; de luiheid; langzaamheid; de lamlendigheid; de slapte

Verwante woorden van "sloomheid":


sloomheid vorm van sloom:

sloom bijvoeglijk naamwoord

  1. sloom
    sloom; bezadigd; gezapig
  2. sloom
    langzaam; traag; sloom

Verwante woorden van "sloom":