Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. spaak:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor spaak in het Nederlands

spaak:

spaak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spaak
    de spaak
    • spaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. de spaak
    – verbinding tussen as en velg van een wiel 1
    de spaak
    – verbinding tussen as en velg van een wiel 1
    • spaak [de ~] zelfstandig naamwoord
      • er zijn een paar spaken van de fiets stuk1

Verwante woorden van "spaak":

  • spaken

Verwante definities voor "spaak":

  1. verbinding tussen as en velg van een wiel1
    • er zijn een paar spaken van de fiets stuk1

Verwante synoniemen voor spaak