Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. spier:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor spier in het Nederlands

spier:

spier [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de spier
    de spier; de spierbundel
    • spier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • spierbundel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de spier
    – streng weefsel in je lichaam waarmee je lichaamsdelen beweegt 1
    de spier
    – streng weefsel in je lichaam waarmee je lichaamsdelen beweegt 1
    • spier [de ~] zelfstandig naamwoord
      • mijn spieren doen pijn van al dat traplopen1

Verwante woorden van "spier":


Verwante definities voor "spier":

  1. streng weefsel in je lichaam waarmee je lichaamsdelen beweegt1
    • mijn spieren doen pijn van al dat traplopen1

Verwante synoniemen voor spier