Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. sprekers:
  2. spreker:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor sprekers in het Nederlands

sprekers:

sprekers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de sprekers
    de sprekers
    • sprekers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "sprekers":


sprekers vorm van spreker:

spreker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spreker
    de lector; de spreker; redevoerder; de redenaar
    • lector [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • spreker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • redevoerder [znw.] zelfstandig naamwoord
    • redenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "spreker":