Overzicht
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor stipt in het Nederlands
stipt:
-
stipt
-
stipt
-
stipt
-
stipt
nauwkeurig; precies; nauwgezet; stipt-
nauwkeurig bijvoeglijk naamwoord
-
precies bijvoeglijk naamwoord
-
nauwgezet bijvoeglijk naamwoord
-
stipt bijvoeglijk naamwoord
-
Verwante woorden van "stipt":
stipt vorm van stippen:
-
stippen
Conjugations for stippen:
o.t.t.
- stip
- stipt
- stipt
- stippen
- stippen
- stippen
o.v.t.
- stipte
- stipte
- stipte
- stipten
- stipten
- stipten
v.t.t.
- heb gestipt
- hebt gestipt
- heeft gestipt
- hebben gestipt
- hebben gestipt
- hebben gestipt
v.v.t.
- had gestipt
- had gestipt
- had gestipt
- hadden gestipt
- hadden gestipt
- hadden gestipt
o.t.t.t.
- zal stippen
- zult stippen
- zal stippen
- zullen stippen
- zullen stippen
- zullen stippen
o.v.t.t.
- zou stippen
- zou stippen
- zou stippen
- zouden stippen
- zouden stippen
- zouden stippen
en verder
- ben gestipt
- bent gestipt
- is gestipt
- zijn gestipt
- zijn gestipt
- zijn gestipt
diversen
- stip !
- stipt !
- gestipt
- stippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze