Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. taxi:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor taxi in het Nederlands

taxi:

taxi [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de taxi
    de taxi
    • taxi [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de taxi
    – auto met chauffeur die je kunt huren 1
    de taxi
    – auto met chauffeur die je kunt huren 1
    • taxi [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • ik ging met de taxi naar het station1

Verwante woorden van "taxi":

  • taxietje

Verwante definities voor "taxi":

  1. auto met chauffeur die je kunt huren1
    • ik ging met de taxi naar het station1