Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. tengel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor tengel in het Nederlands

tengel:

tengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tengel
    tingel; de tengel
    • tingel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • tengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "tengel":

  • tengelen, tengels, tengeltje, tengeltjes