Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor toen in het Nederlands
toen:
-
toen
-
toen
toentertijd; indertijd; destijds; toen; toenmaals-
toentertijd bijwoord
-
indertijd bijwoord
-
destijds bijwoord
-
toen bijvoeglijk naamwoord
-
toenmaals bijwoord
-
-
toen
– na dat andere 1dan; verder; vervolgens; daarna; toen– na dat andere 1-
dan bijwoord
-
verder bijwoord
-
vervolgens bijwoord
-
daarna bijwoord
-
-
toen
– op dat ogenblik, in die tijd 1 -
toen
– tijdstip in het verleden 1