Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor troebelheid in het Nederlands

troebelheid:

troebelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de troebelheid
    de troebelheid

Verwante woorden van "troebelheid":


troebel:

troebel bijvoeglijk naamwoord

  1. troebel
    troebel; onzuiver; drabbig; troebelachtig
  2. troebel
    troebel; onduidelijk; onklaar; niet helder; vaag; onhelder; niet duidelijk
  3. troebel
    troebel; wazig; beneveld

Verwante woorden van "troebel":