Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. trui:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor trui in het Nederlands

trui:

trui [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de trui
    de trui
    • trui [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. de trui
    – gebreid kledingstuk met mouwen voor het bovenlichaam 1
    de trui
    – gebreid kledingstuk met mouwen voor het bovenlichaam 1
    • trui [de ~] zelfstandig naamwoord
      • mijn moeder breit de prachtigste truien1

Verwante woorden van "trui":

  • truien, truitje

Verwante definities voor "trui":

  1. gebreid kledingstuk met mouwen voor het bovenlichaam1
    • mijn moeder breit de prachtigste truien1